Vanuit de onderzoeksgegevens die de SER heeft gepubliceerd, bleek dat ondanks de diversiteitswet waar grote bedrijven zich sinds 1 januari 2022 aan moeten houden, blijven mannen alsnog de boventoon voeren in Nederlandse bedrijven. De diversiteitswet heeft tot doel om de man-vrouwverhoudingen in de subtop en top van bedrijven evenwichtiger te maken.
In 2020 bestond slechts 13,8% van de raden van bestuur uit vrouwen. Nu, twee jaar later, is dat percentage gegroeid tot 14,7%, wat wel een verbetering is, maar we zijn er nog lang niet. De Sociale Economische Raad (SER) heeft ontdekt dat ondanks de invoering van de ‘diversiteitswet’ op 1 januari 2022, die bedrijven verplicht om meer evenwicht te brengen in man-vrouwverhoudingen, mannen nog steeds bijna onveranderd de overhand hebben.
De subtop, waar talent wordt gekweekt, bestaat wel voor ruim een kwart uit vrouwen. Dat is goed nieuws, toch? Nou, de SER denkt dat het nog steeds te weinig is. Ze wijzen erop dat vrouwen juist vanuit de subtop naar topfuncties kunnen doorgroeien. Dus, het is belangrijk dat het aantal vrouwen in de subtop niet langzamer groeit dan in de top. Deze vrouwen in de subtop zijn namelijk de topvrouwen van de toekomst!
En laten we het hebben over sectoren waar veel vrouwen werken, zoals de zorg. Raad eens wie voornamelijk de baas is? Juist, mannen! Ongeveer driekwart van de bestuurders in de zorg is man. Ook in de bouw zijn vrouwen ondervertegenwoordigd, met slechts 5,8% van de bestuursfuncties.
De cultuursector doet het iets beter, met bijna een op de drie bestuurders die vrouw is. Maar over het algemeen geldt dat voor elke vrouwelijke bestuurder zes mannen zijn.
Het afgelopen jaar hebben bijna 5800 bedrijven voor het eerst moeten rapporteren over de man-vrouwverhoudingen in de bedrijfstop. Minder dan de helft heeft daar gehoor aan gegeven. Dit heeft geen gevolgen voor de bedrijven. Over drie jaar wordt de diversiteitswet geëvalueerd.
